.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
De kogel is door de kerk.
Aanstormende burgemeester Ruthie maakte een nooit geziene U-bocht. De monstercoalitie met vier (4) partijen is een feit. Met brio !
Waarom moesten we eigenlijk gaan stemmen ?
Jarretel vroeg de nieuwe burgemeester en schepentjes om een reactie.
Burgemeester Ruthie : “Ik geef toe, ik heb een formidabele U-bocht gemaakt,
maar kon ik anders nadat Axel Ronse van de Vlaamsch Nazionalisten en Maxim Veys van de Sossen zich aan mekaar vastgeklonken hadden ? Ik sleepte een schitterend resultaat in de wacht. Team burgemeester verovert 4 postjes en ik voerde Hannelore in extase met 2 postjes. De postjes, daar gaat het tenslotte om, de postjes en niets dan de postjes. Ik heb de sossen-citroen maximaal uitgeperst zodat Veys zich content moet stellen met slechts één postje, het zijne. Verder heb ik mijn verloofde Wout vanaf 2027 tot huisman bevorderd zodat Quickie opnieuw aan de bak kan geraken. En we gaan 40 nieuwe politiemannen aanwerven. Of er in deze bestuursperiode op de Budatip een nieuwe bib met congrespaleis komt weet ik nog niet, maar dat komt er zeker na 2030. In 2036 hang ik mijn sjerp aan de haak, tijd voor pensioen, en wordt Allijns de nieuwe burgemeester. Vanaf dan zal ik mijn onafscheidelijke verloofde niet op de mond maar op het voorhoofd kussen. Maar misschien ben ik dan aan mijn derde man toe, deze keer ene met wèl veel euroots.”
Schepentje Wout Maddens : “Ik behoud mijn huidige bevoegdheden. Vanaf 2027 ga ik, op onzacht aandringen van mijn verloofde Ruthie, genieten van de drie pensioenen waarop ik recht zal hebben. Drie ! Ik word opgevolgd door Vincent. Ik word dan een willoze huisman voor de was en de plas en zal kookcursussen volgen aan Cintra West. Eindelijk zullen mijn verloofde Ruthie en ik officieel samen kunnen hokken in de Witte Residentie op het Rooseveltplein, waar we nu al informeel samenhokken. Niemand weet dat behalve het huidig stadsbestuur, maar ze knijpen een oogje toe. Mijn verloofde is rost, fris, met zwoele Zulu-lippen, puntige borsten en tepels in erectie. Vroeger vond ik haar onvergelijkelijk mooi, maar nu niet meer. Van haar houden doe ik wel. Bedriegen doe ik haar niet, zij het dat ik veel keure heb bij de meiskes van de kabinetten, het stadspersoneel en de studentinnen van de Kulak. Ik voel mezelf een halfmooie man met wratten en doorploegd gezicht, alhoewel de tijd zijn werk heeft gedaan. Het wordt voortaan een alledaagse liefde tussen ons, met hoogten, laagten en veel sleur. Definitief samenhokken is niet van de poes. Zal het snel bergaf gaan in de liefde na jaren van samenwoonst ? Elke nieuwe dag wordt vanaf 2027 een gevecht tegen huiselijke sleur, kommer en kwel.”
Schepentje Stephanie Demeyer : “Hoera, ik word weer schepentje van trouwerijen, jubilarissen en honderdjarigen. Een droompostje, geen zorgen, geen stress en met veel boerenleute en ontspanning. Alle dagen tussen de ouden van dagen en jubilarissen op de foto in de gazet. Ik wil ook inzetten op een ambitieus seniorenplan met aandacht voor beleving. En de saaie oudemannenclub wil ik van een kleine subsidie voorzien. Voorzitter Luc-André is in zijn nopjes. Kortom, ik zal even dolle dagen en pret beleven als tijdens mijn eerste schepenpostje.”
Schepentje Wouter Allijns, gemeenzaam ‘de blonde god’ genoemd : “Man, man, wat heb ik hoerechance gehad zeg ! Schepentje van Wembley, sporthallen, sinksenforen, handelsforen en jaarmarkten. Plus financies, personeel en evenementen. Een hele boterham. Mijn aantal voorkeurstemmen is niet om over naar huis te schrijven, Quickie heeft er meer. Maar de genereuze Vincent offerde zich op, liet mij voorgaan en zo geraakte ik aan mijn geliefkoosd schepenpostje. Ik stond even op de drempel van de bedelstaf. Mijn vrijerscapaciteiten zouden smelten als sneeuw in de zon indien ik niet langer de nouveau-riche zou kunnen uithangen. Het zou gedaan zijn met mijn jacht op de blonde godinnen en halfvolwassen meiden uit de Kortrijkse singlereservoir. Dankjewel lieve Vincent ! En vergeet niet : in 2036 word ik burgemeester.”
Schepentje Hannelore Vanhoenacker : “Als tjevinne word ik schepentje van samenleven, ruimtelijke ordening en boeren. Geen morzel landbouwgrond mag nog verkocht worden voor natuurgebied of bossen. Toen Ruthie en Quickie mij een jaar geleden vroegen om samen op één lijst te gaan staan, moest ik geen twee keer nadenken. De enige kans om het ooit tot schepentje te schoppen. Het is gelukt. Wat een geluk ! Ik jouisseer van opwinding, de extase stroomt uit mijn lijf. Mijn voortschrijdend afvallig katholiek maar libertijns gedachtengoed mag niet verward worden met de seksuele excessen en exploten van de door mij verafgode politieke leermeester Quickie, die ik mateloos bewonder. Wat ben ik hem dankbaar!”
Schepentje Felix De Clerck : “Eindelijk ben ik van straat geraakt, eindelijk brood op de plank, ik word schepentje van cultuur, een onvervalst luiaardspostje, al zeg ik het zelf. Vroeger beoefende ik niets dan ersatz postjes in de culture sfeer, speciaal op voorspraak van mijn pappie Tsjefaan in het leven geroepen om mij van de straat en van de cocaïne te houden. Cultuur is echt mijn dada. De wereld van de kunst en cultuur wordt geleid door een bende zwakzinnigen en in die wereld wil ik mij bewijzen. De mensheid wil misleid worden, dus wordt zij misleid. Ik beschik over enig gezond verstand om de zaken ten goede te keren. Met zijn tentakels tot in de hoogste politieke en culturele regionen en met zijn kennis van het reilen en zeilen in de culturele wereld zal pappie Tsjefaan mij met raad en daad bijstaan. Zonder Tsjefaan ben ik niks, kan ik niks. Totaal niks. Ben ik een nietsnut, al zeg ik het zelf.”
Schepentje Giovanny Saelens : “Ik word schepentje van sociale zaken. Door Axel Ronse word ik als super intelligent, welbespraakt en hooggeleerd aanzien, kortom ik ben zijn chouchou. Verder valt er niet veel over mij te vertellen, ben een beetje een grijze muis die staat voor gezag en orde. Ik hou niet van excessen noch van tafelspringerij, maar ik wil dat de zaken vooruitgaan en ik haat inhoudsloze woordenkramerij. Ik neem de bevoegdheden van ex-schepentje De Coene over, een schepen die door iedereen hartstochtelijk gehaat werd door zijn moeilijkdoenerij en zijn dikkenekkerigheid. De Coene werd dan ook door de onbuigzame Ruthie met stille dwang naar de uitgang geleid.”
Schepentje Trui Steenhoudt : “Ik ben een beetje een geval apart. Als simpel en bescheiden meiske geboren en getogen in de achterstandsbuurt Overleie wist ik al van jongs af aan de doodgewone volksmens tot vriend te maken. Tussen de basse classe van Overleie voel ik me als een vis in het water, het is mijn biotoop en ik ga nooit buiten de deur zonder mijn proletariërssmile op te zetten. Dat ik het nu tot schepentje van openbare werken en mobiliteit geschopt heb is te danken aan mijn leermeester Ronse die afstand deed van zijn postje om mij op het schavot te hijsen. Axel is een crème van een vent, cijfert zich volledig weg, heeft het wat moeilijk met intieme vrouwelijke relaties, maar die àlles opoffert voor het welzijn en welbehagen van zijn acolieten. Dat ik nu plotsklaps beland ben in de hoerenkeet van de Kortrijkse politiek kan ik nog altijd bijna niet geloven. Maar ik zal er zijn als de plicht mij roept. Ik wil nog meegeven dat ik het postje van schepentje bloedserieus neem en dat ik wekelijks zitdag zal houden op zaterdag tussen tien en twaalf in mijn stamkroeg De Groene Kikker op Overleie.”
Schepentje Maxim Veys : “Ik word schepentje van vergrijzing en opwarming en van natuur en bossen. Ik wil de opwarming van grootKortrijk tot één en een half graden beperken. Verder wil ik een minibos op de Grote Markt, op de dak van de K en een maxibos in Sente en op het Schouwburgplein. Ook ik heb hoerenchance gehad en zo word ik schepentje. Het scheelde geen haar, maar Axel Ronse hield voet bij stuk. En daar stond Ruthie dan, het was met mij of de chaos. Aangezien mijn partij en ikzelf totaal overbodig zijn voor de meerderheid moest mijn partij zich content stellen met maar één schamel schepentje met inhoudsloze bevoegdheden. Ik word een onbeduidend schepentje, ik had geen andere keuze. Ik heb ervoor gekozen mijn parlementair mandaat aan de haak te hangen, dat moet zo van mijn partij, om schepentje te worden. Dat was geen gemakkelijke keuze, maar de coalitiepartners eisten dat van mij omdat ik de enige intellectueel van de Kortrijkse sossen ben, behalve de onvermurwbare doctrinaire partij-ideoloog doctor Marc Lemaitre, die heel strak in de leer staat. Partijliefde berust niet op eigenbelang maar op een zekere angst voor verdoemenis en die verdwijnt nooit.”