Helden.
Als je jong bent heb je helden.
Je keek naar ze op.
Je was bang van ze.
Of je haatte ze en je wou nooit zo worden.
Het was Pierre die alle wijven poepte.
Of Roderick want hij had de mooiste moto. Of het was Stefaan want hij loste alle problemen op.
Of het was Serge want hij had het langste haar. En hij deed er elke maand een ei op om het zo te houden. Mooi en lang dus.
We waren 16 jaar.
Toen ik iets later bij de Oude Belgen, de beruchtste Belgische motorclub toen, full member was zat er enkele 100 meter verder een andere bende.
De necrofiliacs.
Hun leider was Jean. Iedereen vreesde Jean en ik vreesde hem ook.
Hij was ook een held.
Je legde beter niks in Jean zijn weg.
En we vochten en dronken en sommigen namen drugs en we deden het allemaal.
Ik zag Jean verleden week in de Aldi.
Hij deed boodschappen.
1 euro in het karreke dat de ketting loskwam.
En dan stappen maar. Domme achtergrondmuziek.
Onnozel licht.
In Jeans karreke: Pintjes en zalm en hopelijk ook ijscreem.
Waarom geen hardrocksound die uit de luidsprekers knalt terwijl Jean de hele boel daar kort en klein slaat onder rode flashlights omdat de rekkenvuller hem niet met het nodige respect behandelt?
Niks.
Prut.
Grijs.
In mijn karreke: Plat water.
Ik ben nu 57.
Pierre is voor de 2de keer geringeld.
Roderick is dood.
Serge is dood.
Stefaan lost nog altijd problemen op maar zijn goeste is allang over.
Waar zijn al mijn helden naartoe?
Mike Love