Diepte-interview met schepentje Axel Ronse.
Jarretel : Had je de voorbije legislatuur een mandaat als burgemeester of schepentje ?
Axel : Ik ben schepentje van cultuur, een grandioos postje.
Ik moet me niet doodwerken. Cultuur is geen must, het is pure luxe. Ik heb veel tijd over om aan triatlons mee te doen en voor afspraakjes met mijn dierbaarste schepentje.
Jarretel : Waarom heb je voor je partij gekozen?
Axel : Ik geloof sterk in verbinding en mekaar graag zien. Dat is de basis van mijn politiek en filosofisch denken. Ik heb filosofie gestudeerd, vandaar.
Jarretel : Wat motiveert je om mee te doen aan deze verkiezingen ?
Axel : Na 12 jaar liberale burgemeesters is het tijd voor een Vlaamsch-Nationalistische burgemeester. Kortrijkzanen zijn Quickie zo beu als koude pap. Daarbij, hij is onbetrouwbaar, een aartsleugenaar en verre van integer.
Er heerst grote onveiligheid in onze stad, als burgemeester wil ik daar werk van maken en mensen van kleur en negers die hun manieren niet houden de stad uitjagen. De burgemeester is hoofd van de politie en kan met harde hand optreden. Als dat racisme is ben ik daar fier op.
Jarretel : Als je burgemeester wordt, wat is dan jouw absolute prioriteit ?
Axel : Ervoor zorgen dat er geen vreemd gespuis nog onze stad bevolkt. Meer bepaald wil ik het doortrekkersterrein sluiten en de zigeuners, ik noem ze vliegende gauwdieven, deporteren naar Noord-Vrankrijk. Ik wind daar geen doekskes om. Onze eigen mensen eerst zeg ik, ze moeten hier graag wonen en zich veilig voelen.
Jarretel : Geef 3 redenen waarom jij de stem van de kiezer verdient ?
Axel : Ten eerste werk maken van de uitzetting van vreemd gespuis.
Ten tweede minder onkruid en meer velopaden.
Ten derde meer kamers voor reizigers.
Jarretel : Als je niet op jezelf zou mogen stemmen, wie krijgt dan wél jouw stem en waarom ?
Axel : Dat is een gemakkelijke. Schepentje Kelly natuurlijk. ’t Is zo’n schatje, een moordgriet met ballen, mijn intiemste vriendinne. Na elke gemeenteraad maken we rendez-vous voor een hapje in ’t Mosselhuis en nadien trekken we naar hotel Ibis in ’t Kennedypark, waar we de roze kamer 69 voor één nacht nemen. De wulpse Kelly is een ware uitdaging omdat ze telkens weer de indruk wekt eerst tegen te stribbelen (“ik ben getrouwd”), maar tenslotte kan ze niet weerstaan aan mijn onweerstaanbare avances en rukt ze, fel onder stoom en druipend van het liefdesvocht, haar kleren van het lijf en de trouwring van haar ringvinger. Haar vuurrode slipje en jarretels houdt ze voor het laatst. Eerst zoen ik haar op het voorhoofd, maar al vlug duw ik mijn vurige tong tot in haar keelgat. Dan beginnen de intieme liefkozingen, de zoete liefdeswoordjes en de strelingen, en tenslotte de penetratie, het rammelen, het beuken, de extase en al krijsend het wederzijds hoogtepunt. Oh, ja, zalig kreunt ze dan. Oh, wat een genot. By the way, vroeger dacht Kelly dat ik homoseksueel was of queer, maar gaandeweg heb ik bewezen een viriele kerel met een hoge graad van potentie te zijn. Kelly is geen vrouw voor enkel seks, zij is een vrouw om waarlijk lief te hebben. Je l’adore. Na de eeuwenoude daad liggen we nog wat uit te blazen en bij te praten, vooraleer in een diepe slaap te vallen. Bij het ontbijt praat ze nog heel even over het verraad van Quickie en over de slaagkansen van Ruthie. En ook nog over De terugkeer van Bonanza van Herman Brusselmans, een boek dat ze al drie keer helemaal heeft uitgelezen. Ze is gek van Herman. Daarna vertrekken we elk apart bevredigd en voldaan naar ons kantoortje in het stadhuis. Oh, mon amour, mon doux, mon tendre, mon merveilleux amour. Faut dire qu’elle est belle comme une perle d’eau et je ne suis pas beau. Wat een ongelooflijke intelligente, warmbloedige, breeddenkende en gedreven deerne met een gouden hart en een onvergelijkelijke sex-appeal.
Jarretel : Hoe lang denk je nog politiek te beoefenen?
Axel : Ik hoop mijn leven lang mee te mogen denken en werken aan een betere samenleving. Ik kan niets anders. Het burgemeesterschap zou me in staat stellen mijn pensioentje aan te dikken. Naast mijn parlementair pensioentje. Positieve financiële impact is alles wat telt in het leven.
Jarretel : Wat is je favoriete plek in ’t stad of daarbuiten ?
Axel : De gravenkapel om te bidden en vroeger rendez-vous Huize Rubens om mijn zinnen te blussen. Nu Villa des Roses in Harelbeke.
Jarretel : Op welke stad ben je jaloers, en waarom ?
Axel : Roeselare voor zijn Peegie en de Nieuwmarkters.
Jarretel : Met welke overleden persoon had je wel eens op café willen gaan ?
Axel : Met Mao Zedong, omwille van zijn grote zin voor humor.
Jarretel : Wat zijn je hobby’s?
Axel : Triatlon, kitesurfen, petanken en mijn maandelijkse rendez-vous met schepentje Kelly.
Jarretel : Hoe vaak neem je het openbaar vervoer ?
Axel : Wekelijks gratis eerste klasse met de trein.
Ik haat het zitten bij de basse classe van tweede klasse.
Jarretel : Heb je een motto, een lijfspreuk ?
Axel : Mijn toekomst is geen doodlopende straat.