Monstercoalitie (1)

Monstercoalitie te Kortrijk

Ruthie : “Ik ben inderdaad roemloos door de knieën gegaan. Het wordt een monstercoalitie met vier partijen : de liberalen, de tjeven, de Vlaamsch Nazionalisten en de Sossen. Ik geef toe : geen staaltje van politieke bekwaamheid. Een nachtmerrie. Vreselijk. Het worden geen vrolijke jaren, maar zes vreugdeloze jaren waarin ik besef dat ik ten prooi ben gevallen aan zelfdestructie en eigenbelang. Vooraf aan de komende onderhandelingen werden de schepenpostjes al netjes verdeeld : Ruthie Vandenberghe, burgemeester, Wout Maddens, Felix De Clerck, Hannelore Vanhoenacker, Stephanie Demeyer, Giovanny Saelens, Trui Steenhoudt, Billy Buyse, Joost Bonte. De sossen hebben Philippe De Coene geloosd en ook Quickie valt uit de boot, het enig lichtpuntje in deze droeve geschiedenis.”

Ruthie blijft bij haar gedacht

.
.
.
.
.
.
.
.
Reacties over de Kortrijkse politieke toestand.

Ruthie : “Axel Ronse wil per se een monstercoalitie, vier partijen met name de liberalen van Team Burgemeester 10 zeteltjes, de Tsjeven 8 zeteltjes, de Vlaamsche Nazionalisten 8 zeteltjes en de Sossen 7 zeteltjes. Dat zie ik totaal niet zitten. Ik blijf bij mijn gedacht : Team Burgemeester-Stadslijst Kortrijk plus de Vlaamsche Nazionalisten van Axel Ronse. De Sossen moeten naar de oppositie. Ik ben helemaal uit mijzelf tot het inzicht gekomen dat een monstercoalitie tot verwatering van het programma leidt en Vlaamsch Belang tot quasi enige oppositiepartij. Zeer gevaarlijk. Uit welingelicht bron heb ik vernomen dat er van hogerhand druk wordt uitgeoefend op Ronse, hetgeen zijn standpunt verklaart. De absolute macht van één man, Bart De Wever, is nefast voor de goede democratische gang van zaken in het stadsbestuur van Kortrijk. Ik verlaat nog liever definitief de politiek dan toe te geven aan de oekazen van De Wever. Ronse moet tonen een man met ballen te zijn en niet te zwichten voor de bevelen van hogerhand. Of speelt Ronse voor dweil ?”

Axel Ronse : “Ik wil het niet langer verduiken dat ik op bevel van mijn nationale voorzitter in Kortrijk het spel speel zoals ik het speel. De eerlijkheid gebiedt mij te bekennen dat mijn politieke carrière afhangt van mijn volgzaamheid om de bevelen van Bart stipt op te volgen. Ik hoef zelfs helemaal geen schepentje te worden, mijn politieke toekomst ligt op een veel hoger vlak, het nationale waar ik een belangrijke rol zou toebedeeld krijgen, dat ik nu of na de volgende verkiezingen tot het ministerambt zou worden geroepen of dat ik een andere lucratieve job met hoog aanzien mag verwachten. Wat daar op hoger vlak achter steekt weet ik niet, behalve dat Bart en Connor twee handen op één buik zijn. Ik ga voor het allerhoogste. En dus moet Ruthie plooien.”

Maxim Veys : “Kijk, voor mij is het simpel. Ik plooi mij volledig naar de wensen van Ruthie en Axel en slik mijn programma volledig in. Voor een Sos telt maar één ding : er bij zijn, koste wat het kost. De macht en niets dan de macht. Veel discussie en overleg komt daar niet aan te pas. Ik kan en wil Ruthie programmatorisch niet afvallen. Haar vakmanschap en daden zijn niet zo groot, maar ze is wel een vrouw met ballen die vlug ziet waar de klepel hangt. Ik vertrouw op haar gezond verstand om tot inzicht te komen dat wij van de Sossen geen eisen stellen en de coalitie alleen maar kunnen versterken. Wij zijn content met twee schepenzeteltjes, desnoods maar één als het erom spant.”

Quickie : “Sinds die luchtgitaar en pipi affaire zit ik op een dood spoor. Mijn voorkeurstemmen zijn compleet ingestort en ik haal nu zelfs minder dan een lichtgewicht als Stephanie Demeyer. De bazige Ruthie gunt mij zelfs niet het kleinste schepenzeteltje. Ook mijn vriend Wouter Allijns valt uit de boot. De jongen mikte opnieuw op een schepenzeteltje, maar het mag niet zijn. Te weinig stemmen. Kwatongen beweren dat Wouter te weinig geconcentreerd is op zijn job en te veel achter de meiskes aanzit. De willige meiskes zijn gek van Wouter, de blonde God. Daardoor zou hij bij de Kortrijkse middenstanders veel aan populariteit ingeboet hebben. Maar is dat wel waar ? Is het tegenslag ?”

Piet Lombaerts : “Ik werd plots gebombardeerd tot woordvoerder van het onderhandelingsteam van politiek roofdier Axel Ronse. Geen vriend. Ik moet die afgelikte vent niet en ik twijfel eraan of ik die taak zal opnemen. Veel liever zou ik uit de partij en de politiek stappen. Ik ben het beu en heb werk genoeg in mijn advocatenjob. Een stemmenkanon ben ik niet en ik moet mij tevreden stellen met de kruimels die van de tafel vallen. Geen dankbaar postje, veel eer valt er niet te rapen. Ik heb het niet ver geschopt in de politiek, hoogstens raadsvoorzitter, een zeer oneervolle job waarbij men zich maandelijks door de oppositie moet laten uitkafferen.”

Kelly Detavernier : “Bij tegenslag in het stadsbestuur zou ik gedeputeerde worden, maar nu een schepenpostje mij niet meer kan ontglippen weet ik wat te kiezen. Het best betaalde. In het Kortrijks roddelcircuit gaan geruchten over mijn relatie met schepentje Axel Ronse. Het is niet omdat we maandelijks na de gemeenteraad goedgemutst samen arm in arm het Kortrijkse nachtleven intrekken dat er iets onbehoorlijks aan de hand zou zijn. Ik ben gelukkig getrouwd nietwaar, we zijn gewoon heel dikke kameraden, verre van geliefden, al kan ik aannemen dat sommige vrouwen vallen voor de charmes en avances van de heteroseksuele Axel met het naïef gezicht en de verraderlijke glimlach, van wie wordt geroddeld dat hij het bijzonder moeilijk heeft om aan een vaste relatie te geraken. Meer durf ik daar niet over vertellen. Ik ga natuurlijk niet gek doen en in de Kortrijkse kroegen rondjes geven aan Jan en alleman. Of veel te dure kleren kopen, om roddels te vermijden ‘waar haalt zij al die euroots?’. Nee, zo stom ben ik niet. Ik ga mij bescheiden gedragen en met veel goesting aan mijn nieuw schepenpostje beginnen.”

Befehl ist Befehl !

 

 

 

 

 

Axel Ronse wil mordicus samen met de sossen in het Kortrijks stadsbestuur.

Axel : “kijk, het zit zo. Ik ben de speelbal van mijn nationale voorzitter. Na een telefoontje van Bart is het duidelijk wat mij te doen staat. Mij vastklinken aan de sossen is de opdracht, zoniet worden de lucratieve lijnen met ‘Brussel’ doorgeknipt en mag ik een politieke carrière op hoger niveau vergeten. Dat ik daarvoor twee belangrijke breekpunten met name de parkings Roosevelt en Dam en de kwestie van de trambus en éénrichtingsverkeer in de Doorniksewijk moet inslikken, het zij zo. Als ik weiger de bevelen van mijn voorzitter op te volgen zal ik in mijn politieke carrière levenslang geboycot worden. Ik weet dus wat mij te doen staat. En Ruthie, die nog geen uitzonderlijke staaltjes van bekwaamheid leverde, moet niet té hoog van de toren blazen. Team Burgemeester verloor vijf zeteltjes. Gelukkig hadden ze de tsjeven die één zeteltje wonnen. Wij wonnen er vier. Mijn relaties met de Kortrijkse sossen zijn opperbest, al moet ik toegeven dat er nu eenmaal altijd een paar slechteriken tussen zitten. Met Maxim Veys kan ik goed over de baan en ook de plaatselijke partij-ideoloog doctor Marc Lemaitre kan ik best pruimen. De omstandigheden dwingen de Kortrijkse sossen om water in hun wijn te doen en zich neer te leggen bij de overmacht van de meerderheid. Ruthie moet nu laten blijken dat zij de kwaliteiten van de sossen waardeert door hen mee te nemen in de coalitie. Spannend !”

Dilemma

 

 

 

 

 

Schepentje Kelly Detavernier zit met een dilemma.

Kelly : “kijk, ofwel word ik schepentje ofwel gedeputeerde.
Een moeilijke keuze. Mijn hart zegt schepentje, mijn verstand neigt naar gedeputeerde. Alhoewel. Financieel gezien toucheer ik meer als schepentje, zo’n 97.083 bruto per jaar. Als gedeputeerde ligt dat iets lager : 89.696. Gedeputeerde heeft hoger sociaal aanzien plus een wagen met chauffeur, gratis treinen eerste klasse, uitgebreid kabinet, gratis huispersoneel en allerlei voorrechten. Als gedeputeerde hoeft men zich niet kreupel te werken, verre van, in tegenstelling tot schepentje, een ware hondenjob, dag en nacht nooit gedaan. Als gedeputeerde kan men het lang en breed laten hangen zonder dat het opvalt en men wordt niet dag en nacht op de vingers gekeken, een zorgeloos luxeleventje. Ook de rioolpers laat je met rust. Manlief Francis raadt me gedeputeerde aan, het is zoveel beter voor ons seksueel leven, zegt hij. Het enige wat voor hem telt. Persoonlijk ben ik ten prooi aan een existentiële twijfel. Ik moet er wel zeker van zijn dat ik de job tot aan mijn pensioen kan behouden en dat ik niet het slachtoffer word van de grillen van de kiezer. Als ik kies voor gedeputeerde wordt Trui mijn opvolgster als schepentje. Ook dàt houdt mij bezig. Kan Trui dat wel aan en zou ik het niet beter overlaten aan Liesbetje Maddens of Peterke Sustronck ? Ik hoor dat Trui niet zonder slag of stoot het schepenpostje zou laten varen. Zullen de Kortrijkzanen het niet allemaal één pot nat vinden ? Als gedeputeerde denk ik dat het een toffe tijd wordt. Ik moet de knoop nù doorhakken.”

KSOM

 

 

 

 

 

Een tiental jaren geleden werd te Kortrijk een club voor Saaie Oude Mannen gesticht. Het is de Kortrijkse Saaie Oudemannenclub, een genootschap zonder winstbejag van stuk voor stuk oersaaie oude mannen.

Wekelijks komen de leden bijeen in afspanning Damier, alias ’t Schaek. Op dinsdag van 15 u tot 18 u. Ze zijn met een zevental en hun leeftijd bedraagt gemiddeld 83,5. Wie te opwindend is wordt de toetreding geweigerd. De zeven saaie oude mannen van de club heten Luc-André (voorzitter), Paul, Dirk, Jacques, Marc, Walter, Lieven.

Op de wekelijkse bijeenkomsten wordt er, middels het hijsen van ettelijke Omers, drie uren lang geroddeld, gebeuzeld en geraaskald dat horen en zien vergaat. Meestal is het stadsbestuur inzonderheid burgemeester Quickie en wouldbe burgemeester Ruthie en haar amant schepentje Woutje Maddens onderwerp van het geroddel. Ruthie, alias miss Kortrijk, wordt als een pure showmadam betiteld die graag op de foto en in de gazetten paradeert en meer dan één inlegkruisje nodig heeft om de liefdessappen te bedwingen tijdens de urenlange gemeenteraden, gezeten naast de geliefde Wout, die de ganse tijd met zijn linkerhand tussen haar dijen friemelt. Quickie wordt de grootste leugenaar uit de Kortrijkse politieke geschiedenis genoemd. Ook schepentje Axel ‘vélo’ Weydts en gemeenteraadsvoorzitster Helga Kints gaan over de tongen van de saaie oude mannen. Axel zou een onverbeterlijke intrigant en politieke schavuit zijn die het ganse stadsbestuur in zijn greep houdt met zijn misselijkmakende drijverijen en zijn agressieve uitspattingen zoals het roepen van ‘racist’ tegen al wie hem wil dwarsbomen. Kints wordt dictatoriale neigingen en ruggengraatloosheid aangewreven en het slaafs dansen naar de pijpen van Quickie. Ook over stadsdirecteur Carlo Daelman worden aangebrande moppen verteld. Schepentje Kelly wordt omschreven als het schepentje dat wegdroomt in frivole dromerijen over haar buurman in de gemeenteraad schepentje Wouter Allijns, over wie wordt geroddeld dat hij een beruchte rokkenjager zou zijn. Het groene schepentje Herrewyn wordt geprezen als toekomstig lid van de club, zijn saaiheid overtreft nu al de verwachtingen.
Maar is dat allemaal wel waar ?

Voorzitter van de club is ene Luc-André, een oersaaie durfkapitalist die de medeleden van de club wekelijks breedvoerig onderhoudt over zijn beursverrichtingen, zijn goudstaven, zijn opties en warrants, zijn aandelen in roebels, zijn immo-exploten, zijn investeringen in bordelen en oudemannenhuizen, zijn massagesalons, de opbrengsten van zijn parenclub op de baan naar Brugge en over zijn prostaat en de menopauze van zijn vriendin. Het laatste financieel esbattement van voorzitter Luc-André zou de bijna-aankoop van afspanning Damier zijn. Paul, Dirk, Jacques, Marc, Walter en Lieven blijven dan kwijlend aan de voorzitter zijn lippen hangen. Af en toe wordt er een gastspreker uitgenodigd. Er is één voorwaarde : de lezingen moet saai genoeg zijn. Zo bijvoorbeeld Geeraard Parmentier over ‘een gezonde toekomst voor boer en tuinder’ of Dirk De Wachter over ‘de vroegtijdige menopauze, een vloek of een zegen’ of ‘De duivel in elk van ons’ door Tsjefaan De Clerck. Twee keer per jaar wordt naar saaie klassieke muziek geluisterd. Laatst was dat J.S. Bachs Cantate BWV 36 ‘Schwingt freudig euch empor’, oersaai. Alle sprekers doen het pro deo.

Wie lid wil worden van het saaie oudemannengenootschap, moet minstens 82 zijn, bewijs leveren van oerdegelijke saaiheid en een klein examen afleggen.
De vragen zijn eenvoudig :
-Is grijs uw favoriete kleur ?
-Voel je soms een drang opkomen waar je niet aan kunt weerstaan ?
-Hou je van macaroni ?
-Word je geil door het bekijken van een ketel kokend water ?
-Kijk je graag naar draaiende bagagecarrousels op luchthavens ?
-Hoeveel Omers kun je achterover gieten zonder achterover te vallen?
-Ben je getrouwd en zo ja, begeer je nog je vrouw als toen ze twintig was of heb je haar nooit begeerd ?

Als je slaagt mag je toetreden en kun je als volwaardig saaie oude mens genieten van de wekelijkse bijeenkomsten en van feestelijkheden zoals het bestuderen van wegenkaarten, het debiteren van druivelaarkluchten en het voorlezen van de notulen van de gemeenteraad, of de controle van je auto accu.

Tijdens de wekelijkse bijeenkomsten staan ook spelletjes en raadsels op de agenda zoals bijvoorbeeld : het maken van papieren vliegers, het vraagstuk over hoeveel Engelse woorden gevormd kunnen worden met de bovenste rij van het Querty klavier. Ook allerlei wetenswaardigheden voor saaie oude pieten komen aan bod. Bijvoorbeeld dat er in het lettertype times roman non-bold zes korpsgrootten bestaan en in bold maar vijf.

Nog één detail : vrouwen kunnen geen lid worden, vrouwen zijn niet saai, ze zijn opwindend en dat wil de club niet, die van saaiheid een levensmotto heeft gemaakt.

13 oktober wenkt (2)

 

 

 

 

 

 

Ex-burgemeester Stefaan De Clerck zwijgt Vincent Van Quickenborne dood en steunt alleen de tsjeven van de Team Burgemeester-Stadslijst Kortrijk. De afkeer van De Clerck voor Quickie is ziekelijk.

In een opmerkelijke open brief aan de Kortrijkzanen etaleert Stefaan De Clerck zijn grote afschuw voor de kandidaten van de VLD, inzonderheid voor burgemeester Van Quickenborne en zijn trawanten. Ex-burgemeester Tsjefaan rept met geen woord over Quickie en steunt alleen de tsjeven op de Team Burgemeester-Stadslijst Kortrijk.

Tsjefaan spuwt zijn gal : “Ik stem alleen voor Ruthie en voor mijn tsjeefgenoten op de lijst. Meer speciaal geniet de dociele Hannelore mijn voorkeur alsook mijn zoontje Felix, een fils à papa roddelen kwatongen, die buiten de politiek niets anders om handen heeft. Hij staat op plaats zes, midden de mensen. Een stem voor Felix is een stem voor de eeuwige jeugd. Het hoeft niet meer bewezen te worden dat Quickie geen integer mens is, onbetrouwbaar, ongeloofwaardig en een leugenaar buiten categorie. Zijn grove leugens over het schriftelijk voorakkoord van 11 juli 2012 en over het pipigate schandaal bezorgen de man de status van politieke crimineel. Zijn beloften zijn waardeloos. Ik moet die man niet, hij is ontmaskerd en mijn stem zal hij nooit hebben. Nooit. Geruchten gaan dat zijn vrouw er met buurman E.S. vandoor is en dat het voortvluchtig koppel gespot zou zijn aan de roulette van het casino van Monte Carlo. Wat er ook van zij, positieve geruchten over de handel en wandel van de burgemeester zijn nergens te horen. Gaandeweg geraakte de man, die ik een politieke vagebond noem, compleet verstrikt in zijn leugens en uitspattingen en geen mens heeft nog vertrouwen in een personage dat zijn laatste greintje geloofwaardigheid is kwijtgespeeld”.

Politicoloog Nicolas Bouteca, een bescheiden groenlinkse jongen, wokist tot in de kist, denkt er het zijne over : Nicolas : “Tsjefaan De Clerck speelt een gevaarlijk spel. Het kan een dynamiek in gang zetten die niet in het voordeel van de tsjeven speelt. Tsjefaan doet gekke dingen die Team Burgemeester-Stadslijst Kortrijk ten gronde kunnen richten. Zo zou Tsjefaan Quickie innerlijke leegheid, vriendjespolitiek en machiavellisme verwijten en hem aanklagen voor wanbeheer en samenzwering. Tsjefaan De Clerck heeft één groot doel voor ogen : Quickie een loer draaien door de Kortrijkzanen aan te zetten om alleen voor de tsjeven te stemmen en voor ex-tsjeef Ruthie, die ooit op zijn kabinet heeft gewerkt. Met De Clerck heeft Ruthie een dusdanige innige relatie die schepentje Wout zenuwachtig maakt. Men weet maar nooit en op dit gebied heeft Tsjefaan geen al te beste reputatie. Vrienden memoreren hem als iemand die erin geslaagd is een leven lang uit de schijnwerpers te blijven als het over innige en minder innige relaties gaat. Tsjefaan houdt van conceptuele kunst en bezit een geheime charme waar veel vrouwen niet kunnen aan weerstaan. Hij zit vol goede bedoelingen, is tegen de middelmaat en heeft een melancholische jeugd achter de rug. Kortom, geen mens zonder eigenschappen.”

Kandidaat-burgmeester Axel Ronse heeft er ook een meninkje over:
Axel : “Het blijft raar om de Blauwen en de Tsjeven op één lijst te zien staan. Maar er telt maar één ding : de schepenpostjes. Hannelore Vanhoenacker en Pieter Soens winden er geen doekjes om, ze zeggen : ‘we hebben lang genoeg in de oppositie gezeten, we willen eindelijk eens schepentje worden. Van om ’t even wat. En daar hebben we àlles voor over, zelfs om met de machiavellistische en onbetrouwbare Quickie in zee te steken’. De deontologie en integriteit van Quickie stroken niet met de waarden en normen van de Tsjeven, maar dat kan Hannelore en Pieter geen fluit schelen”.

De Clerck zwijgt in alle talen over lijstduwer Quickie en promoot zeker niet alle 41 kandidaten bij Team Burgemeester-Stadslijst Kortrijk. De Clerck spreekt naast Ruthie en Felix verder wel ‘vanuit zijn engagement bij de tsjeven’ zijn steun uit voor – ze komen dan ook grotendeels uit het vroegere tsjevennest – Hannelore Vanhoenacker op plaats 3, Pieter Soens op plaats 8, Sien Vandevelde op plaats 11, Siska Buysschaert op plaats 15, Katelijn Halsberghe op plaats 18, Jeroen Ceuppens op plaats 19, Dalmar Yussuf op plaats 21, Lieselot Declercq op plaats 23, Stefaan Verhamme op plaats 24, Fred Hush op plaats 27, Mieke Blancke op plaats 34, Mia Cattebeke op plaats 38 en Anaïs de Bethune op plaats 40.

Pipi-gate

 

 

 

 

 

In verband met die fameuze “pipigate” op het verjaardagsfeest van minister-burgemeester Vincent Van Quickenborne wou Humo in een interview (17/09/24) dat Quickie daar nog even iets over zou zeggen. Dat lukte niet. Quickie vindt “dat daar al meer dan genoeg is over geschreven”. Nou, wij vinden dat ook. Maar over het belangrijkste feit hebben we nooit iets vernomen. U weet toch nog dat hij zich nauwelijks kan herinneren wat hij daar buiten stond te doen? Was het misschien “luchtgitaar spelen”? Quickie stond met een kameraad gedurende één (1) uur buiten, wachtend op een taxi. Als hij had willen weten wat hij al die tijd heeft uitgericht, dan had hij daar gemakkelijk de kans toe. Gewoon de beelden gaan bekijken die de politie-camera’s hebben opgenomen. Hij heeft van dit inzagerecht geen gebruik gemaakt. Natuurlijk niet. Dan hadden we met zekerheid geweten wat hij zoal heeft uitgespookt in dat ene uur. En hij ook. Zijn ZEDEN. (‘Slechte Qortrijkzanen’, Frans Lavaert).

Marc

 

 

 

 

 

Marc Cottenier, 81 jaar, mag niet meer op de Kortrijkse kieslijst van Vlaams Belang.

Marc neemt geen blad voor de mond : “Na het bedroevend spektakel en de one-man-show van Wouter Vermeersch in de laatste Kortrijkse gemeenteraad wil ik een en ander verduidelijken. Ik ben geen raadslid meer van de duiventil van Vlaams Belang in Kortrijk. Na 13 oktober verlaat ik voorgoed de Kortrijkse politiek. Ik voel mij niet meer thuis in het politiek bordeel dat het Kortrijks Vlaams Belang geworden is. Hoe sommigen, met name de machtskliek Wouter Vermeersch, Marniek De Bruyne en Carmen Ryheul stijf staan van arrogantie, pedanterie, leugens en zelfingenomenheid, daar zijn geen woorden voor. Ik ben 81 en werd de laan uitgestuurd en krijg geen plaats meer op de kieslijst omdat ik zogezegd te oud ben. Wat een leugen. Ik heb weet van minstens twee andere kandidaten van mijn leeftijd die wél door Vermeersch werden aangezocht voor de lijst, maar ze weigerden. De waarheid is dat ik soms een eigen mening heb en averechts ben in de raad, niet altijd in lijn met de ijzeren partijtucht en dat kan niet bij dictator Vermeersch en zijn waterdragers De Bruyne en Ryheul. Ik ben de autoritaire manier van werken en de maandelijkse grote Wouter Vermeerschshow beu en ik wil niet meer meespelen in een circus vol slechte clowns. De andere kandidaten van de kieslijst putten zich uit in pluimstrijkerij, daar doe ik dus niet aan mee. Het is nooit mijn stijl geweest. Ik ben trots op mezelf en ik verkeer zelfs in een vrolijke stemming. Ik verlaat met opgeheven hoofd de Kortrijkse politiek en verlaat Kortrijk om de rest van mijn dagen door te brengen op Cebu, het mooiste eiland van de Filipijnen, alwaar ik enkele jaren geleden in een nachtautomaat een leuk vriendinnetje leerde kennen. Een lekker stuk van kleur, met tatoeages op haar donker kontje. Alyssa is haar naam. Ze lachte tegen mij en ik tegen haar. En zo begon de romance. Het wordt een toffe tijd daar op Cebu en een mooie afronding van mijn avontuurlijke levensloop.”

Tien

 

 

 

 


Vlaams Belang Kortrijk, gemeenteraadsverkiezingen 13 oktober 24.

Gisteren in Parkhotel : voorstelling van de tien eerste kandidaten.

Het triumviraat Wouter Vermeersch, Carmen Ryheul en Marniek Debruyne beslist eigenmachtig over de samenstelling van de kieslijst. Het Kortrijks VB-bestuur noch de Kortrijkse VB-leden hebben enige inspraak in de samenstelling van de lijst.

Lijsttrekker Wouter Vermeersch : “Kijk, ik hou niet van spektakeldemocratie. Ge ziet dus van hier dat ik de belangrijke kwestie van de lijstsamenstelling niet aan de grillen van het afdelingsbestuur of de leden kan overlaten. Om met verstand van zaken en de nodige souplesse in deze kwestie te handelen heb ik Ryheul en Debruyne uitgekozen om plaatsen twee en drie te bezetten en hen gepromoveerd tot mijn ja-knikkende dociele discipelen die mij slaafs volgen in al mijn beslissingen. De kandidaten worden door mij en door mij alleen zorgvuldig gescreend op hun uiterlijk, hun leeftijd, hun soortelijk gewicht, hun sociale vaardigheden, hun intellectuele capaciteiten en hun slaafse volgzaamheid en wel of niet tot de lijst toegelaten. Ben ik daarom een tiran of een autoritaire zak ? Het zij zo. Ik heb ook een leeftijdsgrens van 75 jaar ingesteld. Seniele ouden van dagen, rolstoelers en kreupelen hoef ik niet op mijn lijst. Zo heb ik huidig raadslid Markske Cottenier, in de volksmond ‘de kleine’, geweigerd op basis van zijn leeftijd, maar vooral omdat hij er averechtse meningen op nahoudt, het waagt mij in mijn alwetendheid tegen te spreken, en de onwelvoeglijke gewoonte heeft om bij stemmingen tijdens de gemeenteraad op het foute knopje te drukken. Dat moet ik niet hebben in mijn fractie. Zulke personages kan ik niet langer dulden, dus heb ik Cottenierke aan de deur gezet, zeer tegen zijn zin. Het enorm aantal voorkeurstemmen bij de verkiezingen van 9 juni heeft mij oppermachtig gemaakt en voortaan is mijn wil wet. De wellust van de macht doet me in hogere sferen verkeren. Ryheul en Debruyne hebben zich gedwee neergelegd bij mijn alleenheerschappij, zij zijn gezagsgetrouwe jabroeren die zich schikken naar de eisen van mijn geest. Hun anti-intellectualistische manier van redeneren en hun gezagsgetrouwheid sterkt mij in de overtuiging dat ik het bij het rechte eind heb. We worden de grootste partij van ’t stad. Ik heb uitzicht op de burgemeesterssjerp. Alles is goed zolang het mijn wil niet hindert. Ik verkeer in een toestand van onbeschrijfelijke gelukzaligheid, vrij als de wind. Meer heb ik daar niet over te vertellen.”